Open/closed NMBS?
Onlangs nog bedacht ik mij hoe handig het wel niet zou zijn als de NMBS – of beter: het achterliggende HAFAS – een open API zou voorzien naast haar website. Zo kunnen anderen leuke toepassinkjes ontwikkelen. Wat zou het leuk zijn om via Twitter treininfo te kunnen opvragen. Afin, de mogelijkheden zijn eindeloos. Anderen hebben immers bewezen: als je over interessante data beschikt en je zet de deur op een gecontroleerde kier open, dan kan dat leiden tot hoogst innovatieve toepassingen.
Helaas, driewerf helaas.
Vandaag lees ik op De Standaard online dat de NMBS in zee zou gaan met Microsoft om ‘gepersonaliseerde reizigersinformatie’ ter beschikking te stellen.
Daarnaast kondigde hij ook een testproject in samenwerking met de NMBS aan. Het is de bedoeling om gebruikers van WindowsLive toepassingen, zoals Hotmail en MSN, te verwittigen als er problemen zijn met hun treinverbinding.
Volgens Descheemaecker zal de informatie toegankelijk zijn via alle toestellen die Windows Live ondersteunen. Dat kunnen klassieke laptops zijn, maar ook sommige types pda’s of smartphones.
Compléét het tegenovergestelde. Immers, het raadplegen van de data is niet vrijblijvend: je moét een Windows Live account hebben en daar de nodige propriëtaire spullen voor installeren. MSN en Hotmail zijn immers notoire gesloten toepassingen. Ik durf te wedden dat een open api gebaseerd op open standaarden zodat anderen zelf leuke mash-ups en applicaties kunnen ontwikkelen helemaal out of the question zal zijn. Concreet denk ik dan meteen aan bijvoorbeeld de iPhone waarop diezelfde informatie moeilijker te raadplegen zal zijn. Microsoft krijgt hiermee weer een troef in handen om de betrekkelijke meerwaarde van zijn eigen – eerlijk gezegd beschamend belabberde – producten.
Op zich zou ik zo hard niet fulmineren tegen een dergelijke overeenkomst als de NMBS een volledig privé onderneming zou zijn geweest. Maar dat is ze nu eenmaal niet. Het gaat om een bedrijf van openbaar nut. Deels geprivatiseerd maar nog altijd met de wortels in de publieke sector geënt. Waarbij een deel gefinancierd wordt door belastingsgeld. Een dergelijke overeenkomst is in mijn ogen een schoolvoorbeeld van hoe een stuk publieke dienstverlening wordt misbruikt in een vorm van concurrentievervalsing. Zelf ben ik van mening dat dit soort door een publieke overheid gefinancierde databronnen juist bij uitstek open en vrij toegankelijk zouden moeten zijn.
En dan zeggen dat diezelfde federale overheid bij monde van fedict digitale informatie juist toegankelijker wil maken voor de burger! Wel, good going! Ik mag van harte hopen dat hierover ooit een parlementaire vraag wordt gesteld.