Feodaal systeem
Sinds 9 april is het feodale systeem in Europa volledig tot de geschiedenis gaan behoren. Verbazingwekkend, niet? Leer je dan eens op school dat Europa een verzameling van (semi)democratieën is, dan blijken er opeens toch stukjes Ancien Régime te bestaan!
Het watte eigenlijk? Het feodale systeem! Wie goed oplette tijdens de geschiedenislessen zal zich wel herinneren dat sinds de vroege Middeleeuwen, de verdeling van in essentie militaire en politieke macht gestoeld was op een systeem van wederzijdse vertrouwensbanden tussen machtige leenheren en leenmannen. Die laatsten waren in den beginne eigenlijk niets meer dan lokale warlords – de latere ridders – die gebonden werden door vorstelijke huizen zoals de Merovingers, de Karolingers, de Capetingers. In ruil voor land (een ‘fief’ of leen) beloofden ze trouw aan hun leenheer. Het graafschap Vlaanderen behoordde in deze context tot het kroondomein van de Franse vorst en de graaf diende als dusdanig trouw te beloven. Allerlei tegenstrijdige en samenlopende belangen van diverse aard zorgden ervoor dat de relatie tussen leenman en leenheer enerzijds en leenmannen onderling anderzijds al eens werden gecontesteerd. Maar da’s een ander verhaal
Afin. Dat feodale systeem was zo ongeveer hét referentiekader voor de Europese geschiedenis tot de Franse Revolutie. Sindsdien is het systeem eigenlijk quasi verdwenen. Toch zeker als effectief in gebruik zijnde politieke structuur waarbinnen een gemeenschap wordt bestuurd. Quasi eigenlijk, want tot op de dag van vandaag waren er in Europa een aantal anomalieën die het wisten te overleven. Voornamelijk in Engeland dan want daar heeft men nooit de 19de eeuwse Europese revolutiegolven gekend die tot het onstaan van natie-staten heeft geleid.
Zo bestond tot diep in de 20ste eeuw in Schotland de feodale band tussen de Engelse kroon en een groot aantal Schotse families die land in leen hadden en in ruil een aantal verplichtingen hadden. Met de Abolition of Feudal Tenure Act uit 2000 werd die band verbroken waardoor leenmannen effectief zonder enige verplichtingen het volledige gebruik over de grond kregen.
De allerlaatste case waar het feodale systeem in zwang was, was het kanaaleilandje Sark. Het eilandje was een leen of fief dat behoorde tot Guernsey en het werd bestuurd door een Seigneur die vazal was van de Engelse Kroon sinds 1565. Grondeigendom was verdeeld over 40 ‘tenants’ of families die een eeuwige leenband met de Seigneur hadden. In ruil kregen ze een stem in de Chief Pleas, een soort parlement met wetgevende en uitvoerende bevoegdheden. De seneschalk zat dit bestuurslichaam voor. Daarnaast waren er ook een provoost (een soort openbaar ministerie) met een constabel die als politiemacht fungeerde. Door groeiende binnenlandse en internationale druk werd de heerlijkheid Sark gedwongen om het systeem te reformeren. Op 4 oktober 2006 werd besloten om de Chief Pleas een volledig democratisch gekozen karakter te geven. Daarbij werden alle grondeigenaars of ‘tenements’ gewipt voor verkozen vertegenwoordigers en de Seigneur verloor alle effectieve macht.
Op 9 april 2008 trad die beslissing in werking waardoor de allerlaatste resten van het feodale systeem in Europa na meer dan 1200 jaar écht wel nu tot het verleden behoren.