Netsensei

Much Ado About Nothing

Een nieuw computerscherm

Op het werk heb ik een nieuwe computerscherm gekregen. Het is een Dell P2423DE geworden. Een mooi groot 24-inch paneel met alle mogelijke aansluitingen.

Waar ik kinderlijk blij van wordt is dat het ding mijn Macbook oplaadt, én een poort heeft waaraan ik een harde schijf kan hangen voor Time Machine backups. Ik hoef enkel maar een USB-C kabel in mijn laptop te pluggen en de rest gebeurt automagisch.

Nieuwe toetsen

Bijna 10 jaar geleden bouwde ik zelf een desktop PC. Het Coolermaster Quickfire Rapid-I toetsenbord is na al die tijd toe aan vervanging. En dus ben ik halvelings verdwenen in de rabbit hole van de mechanische toetsenborden.

Na heel wat reviews gelezen te hebben, denk ik er over na om een Keychron K-8 Pro J1 met Gateron G Pro Red switches in huis te halen. Want de ene click-clacky klinkt niet als de andere.

prosit-neujahr

Prosit neujahr! Een nieuw jaar start ik met een klassieker: kijken naar het nieuwjaarsconcert uit Wenen. Hopelijk start het nieuwe jaar in stijgende lijn, want de laatste weken van 2023 waren niet om naar huis te schrijven.

Ik moest het Kerstgebeuren aan mij voorbij laten gaan wegens een derde keer Corona. Voor mij vertaalt zich dat in: veel koorts, geen energie, een stevige snotvalling en hoofdpijn. Een soortement griep die mij niet verder laat slepen dan de afstand tussen de zetel en mijn bed. Ondertussen ben ik vlot genezen om de overgang van oud naar nieuw te mogen vieren.

Een nieuw jaar brengt nieuwe kansen.

Zo heb ik vooralsnog geen plannen om andermaal een trektocht te maken. Misschien verandert dat nog, wie weet.

Tot het einde van mei heb ik wekelijks les Italiaans. Een nieuwe taal leren is best wel pittig, want naast 3.5 uur les moet ik ook toch thuis wat studeren en krijg ik af en toe huiswerk mee.

Ik ben trouwens opnieuw UGent student. Wegens dat ik voor het werk ben ingeschreven voor een intensieve cursus Knowledge Graphs. RDF, Semantisch Web, Linked Data,… Ik krijg er zelfs enkele ECTS credits voor.

Verder heb ik nog een paar digitale projecten waar ik in 2024 verder aan zou willen werken.

O ja, en natuurlijk boeken lezen en podcasts luisteren. Hopelijk kan ik dit jaar daar iets meer tijd voor vrij maken.

Teveel karretjes

Ik werk in een grote zaal die gevuld is met collega’s. Een verdieping lager zijn er werkateliers, gescheiden door een open trapgat. Vandaag werden er een boel gevulde archiefdozen verhuisd. Om de vijf minuten dokkerden karren voorbij. Het denderende geluid vulde onze zaal. Geen noise-cancelling hoofdtelefoon kan daar tegen op. Gelukkig is dat geen dagelijks gebeuren.

Volgende week schaffen ze de P-trein van 17u24 tussen Gent en Brugge permanent af. Ik neem die regelmatig met een collega die tussen-in afstapt. Een geëngageerde pendelaar ging rond met een online petitie om de trein toch te behouden. We hebben gelijk onze digitale handtekening gezet.

Ik werk aan een hobby project. De code staat op GitHub. Die willen we regelmatig uitrollen naar een server. Gelukkig zijn er GitHub Actions waarmee ik dat volledig kan automatiseren. Ik heb het net zo geconfigureerd dat we op gerichte momenten een versie naar een productie of test-omgeving kunnen sturen. Kostte heel weinig moeite.

dispatches

Het is koud en nat buiten. De winter is in het land. Ik ben net thuis van een werkgerelateerd event in Brussel. Ik heb er gesproken met een aantal oude bekenden, en ook een aantal nieuwe gezichten ontmoet. Een fijne en interessante avond.

Sinds september leer ik Italiaans aan het SNT Brugge. Elke maandagavond volg ik drie-en-een-half uur les. Een intensief taalbad is dat. Vanavond moest ik een les skippen omdat ik naar Brussel moest. Ik ga in de komende week een extra inspanning moeten leveren om in te halen.

Twee jaar geleden schreef ik een Gopher browser in Go. Ik leerde toen net Go en dat was een goede vingeroefening. Alleen heb ik die nooit af gewerkt. Nu schrijf ik al goed twee jaar om den brode elke dag Go. Tijd dus om mijn Gopher project van onder het stof te halen.

Ik heb een brak bash script geschreven om makkelijk een blog post te kunnen maken. Het ziet er niet uit, maar het is net goed genoeg om iets te schrijven.

Could you share your personal blog

Enkele dagen geleden verscheen op Hackernews de vraag of mensen niet hun persoonlijk blog zouden willen delen. Ondertussen hebben reeds 1.100+ hackers hun blog gedeeld in de comments. Heerlijk om in te grasduinen, maar de data is niet echt gestructureerd om er écht iets mee te kunnen.

Een knappe kop heeft ondertussen een script geschreven om de comments te scrapen en alle blogs in een OPML lijst te proppen. Het toffe is dat je die lijst heel makkelijk in je favoriete RSS lezer kan importeren. My weapon of choice is Feedly, dus in een aparte tab in Firefox staat de import nu op de achtergrond te zoomen.

Benieuwd hoeveel leesvoer er uit deze nieuwe brandslag gaat komen. Ik vermoed best wel wat, want andere knappe kopen maken gebruik van de data om allerlei leuke projecten te bouwen zoals deze blogs.hn of dm.hn.

Ik ben blij verrast dat er nog steeds best wel wat geblogd wordt.

De keurder kwam

Zo. De technische keuring van onze zonnepanelen hebben we ook gehad. Onze leverancier had automatisch een seintje gegeven aan de firma die de keuring zou uitvoeren. Enkele weken eerder had ik de door hen voorgestelde datum geaccepteerd. En dus stond er vanmiddag een mannetje aan onze deur om de boel even te bekijken. Op een kwartier was het zaakje gepiept.

Volgende week komt Fluvius een digitale meter installeren. En dan is het de hele zwik online registreren. En, voor wat het nog waard is, een aanvraag voor een energiepremie indienen bij de overheid.

Solar power

Vandaag worden er zonnepanelen geïnstalleerd op ons dak. Eindelijk. Vorig jaar, in September, tekenden we in op de groepsaankoop van de provincie. Gedoe met dakramen die vervangen moesten worden, en een stormloop door de energiecrisis hebben ons geduld, understatement, enigszins op de proef gesteld.

Met de zomer, en hopelijk wat zonnige dagen, in het vooruitzicht is dit het ideale moment. Er wordt hier ondertussen geboord en verbouwd dat het een lieve lust is. Benieuwd naar het eindresultaat.

Mijn camino, tien indrukken

Ik heb gewandeld van Porto tot Santiago de Compostela. 12 dagen. 280 kilometer. Het drong pas door wat dat betekent toen de oudere baliemedewerker in de Oficina del Peregrino in Santiago expliciet zei dat mijn camino eindigde met de stempel die hij op mijn crédencial zette, om me daarna zachtmoedig te feliciteren.

Ook al waren we nog geen 24 uur in Porto, ik ben helemaal weg van de oude binnenstad. Dat leeft, dat bruist. Indrukwekkende muurschilderingen, kleine straatjes, buskers en fadó. De Douro die traag en majestueus naar de Atlantische Oceaan voert. De Ponte Dom Luis I die de rivier overspant. De geur van de heerlijke Portugese keuken die uit ontelbare kleine restaurantjes op je af komt.

Het gelovige kantje in mij vermoedt dat toen God de wereld schiep, hij Portugal als moestuin in gedachten had. We wandelden dagen doorheen een lappendeken van kleine akkers, wijngaarden, boerenwegels, kleine dorpjes, oude landerijen en glooiende heuvels.

Portugal, dat is ook afzien. Bij dageraad verlieten we de herberg om de hitte voor te zijn, ook al lukte dat niet altijd. De lange klim uit Barcélos naar Tamél ga ik niet snel vergeten. Of de beklimming van de Portela Grande op weg naar Rubiāes. De oude stenen van de Via Romana XIX waren moordend voor onze voeten en lijven.

Aankomen in Valença en de Portugees-Spaanse grens oversteken was bitterzoet. Het markeerde duidelijk het halfweg punt van de weg. De Spaanse Camino is ook anders dan de Portugese. Niet zozeer slechter of beter, gewoon anders. Het was even wennen aan andere gewoontes, een andere volksaard, een andere keuken, een ander land.

Mijn Instagram staat vol met mooie plaatjes. Maar de Camino loopt ook langs drukke autowegen, en lelijke industrie. We zagen af en toe spandoeken van lokale gemeenschappen die ook de pelgrims wanhopig aanspoorden om te protesteren tegen de uitbreiding van meer dan één industriegebied. Overal kwamen we grafitti tegen. Nakor Shey, wie je ook bent, je hoefde je tag niet letterlijk elke 200 meter te plaatsen over honderden kilometers.

Onderweg eet je alles. Talloze desayuno’s met cruessant, café con lecche, zumo de naranja. Van de overheerlijke risotto in Barcélos in Babbette’s tot de schaamtelijke tomatensalade in de albergue in Crucés (letterlijk in olijfolie verdronken schijfjes tomaat). De talloze porties rijst met lamsstoofvlees. En in Santiago het fantastische Entre Pedras, één van de weinige maar o zo overheerlijke vegetarische restaurants, waar we onze Camino afsloten.

Hoe eenvoudig het leven hoeft te zijn onderweg. Je leeft letterlijk uit je rugzak en de kleren aan je lijf. Wandelen, eten, slapen, reflecteren. Verwonderen, genieten, stil worden, bewust zijn van je omgeving, en zoveel meer. Leven in het hier en nu, quoi, van dag tot dag. Niet wetende wat morgen precies gaat brengen, en dat ook niet zo erg hoeven te vinden.

Op zoek naar Santiago, Sint-Jacob, Saint James, Saint Jacques. In het Duits zeggen ze “der Weg ist das Ziel” en dat klopt helemaal. De gele pijlen leiden je naar zijn graf onder het altaar van kathedraal in Santiago, maar onderweg loopt Santiago met je mee. You’ve heard the stories, you’ve seen the pictures. En dan kom je aan op de Praza de Obradoiro, en dan woon je de mis voor de pelgrim bij. Het is bijna niet uit te leggen wat dat met een mens doet.

Maar de Camino, dat zijn nog het meest van al de mensen en de verhalen die we twaalf dagen lang hebben ontmoet. De intense vriendschappen die we hebben gesloten, en de hoogtes en de laagtes die we samen met anderen deelden. Van onze kleine Camino family met de Duitse Johanna, de geschiedenis studerende neef van de hospitalera in Rubiāes, de Californische surfer hospitalero in San Pedro de Ratés, de Canadese student Daunte in Porto, vriendinnen Simone en Rita die van Mei maand “Me maand” hebben gemaakt, het stokoude dametje in Caldas des Reis die me in het Spaans uitlegde wat de betekenis achter de Sint Jakobsschelp is, het oude Japanse koppel dat moedig dagenlang ons op de hielen zat,… Allen maakten ze een onuitwisbare indruk.

Maar vooral, dankbaarheid voor het leven, voor wat het uiteindelijk maar is in al zijn essentie. Dat is de Camino.

Ga ik dit opnieuw doen? Zeker weten. Wanneer? Geen idee. Eerst nog even nagenieten van dit avontuur.

Camino prelude

Nog 5 nachten slapen en dan vertrekken Bram en ik naar Porto. Ik trek andermaal de wandelschoenen aan om de Camino Portuguese af te stappen. 12 dagen, 12 etappes en 260 kilometer liggen tussen ons en Santiago de Compostela. Het is hopen op goed weer, geriefelijke herbergen en dat we gespaard blijven van lichamelijke ongemakken.

Hoe begin je eigenlijk aan een Camino?

De Camino is een netwerk van wandelroutes doorheen Europa die allemaal eindigen in Santiago. Die routes zijn publiek goed. Iedereen kan zijn gebruiken. Lokale overheden, verenigingen en vrijwilligers onderhouden de paden. Het principe is eenvoudig. Je kiest een startpunt en van daar wandel je naar Santiago.De Camino is eeuwenoud, en tot op vandaag zijn er pelgrims die thuis starten en maanden later arriveren op de Plaza Obraidoro. Tegenwoordig starten de meeste pelgrims in Frankrijk, Spanje of Portugal. De Franse route - de Camino Francés - is de meest populaire. Die start in Saint Jean de Port, gelegen in de Franse Pyreneeën.

Ook vandaag heb je als pelgrim een geloofsbrief bij: de Crédencial, of het pelgrimspaspoort. Dat document bewijst dat je pelgrim bent, en heb je nodig wil je kunnen overnachten in de albergues, refuges en hostels op de route. De crédencial laat je ook op elke stopplaats stempelen. In Santiago kan je in de Oficina del Peregrino de Compostela verkrijgen op vertoon van je afgestempelde credéncial.

Natuurlijk moet je wat moeite doen. Zo dien je minstens 100 kilometer te hebben gewandeld, en hoor je je tocht enigszins “in devotionis affectu, voti vel pietatis causa” aan te vangen. Ofwel met een attitude dat je minstens aan zelfreflectie doet tijdens je tocht. Dat is toch wat er in de pre-ambule van je crédencial staat.

Hoe bereid je jezelf voor op een Camino?

De voorbereiding bestaat uit drie delen: logistiek, fysiek en mentaal. Logistiek gaat over het plannen van de route, de plaatsen waar je denkt te overnachten, vluchten en vervoer, waar je gaat eten, je rugzak en wat daar in gaat, je wandelschoen,… Dat is vooral een kwestie van praktisch aanpakken.

Als je gezond bent, dan zou je de Camino moeten aan kunnen. Er staat in principe geen leeftijd op wandelen, en de route zelf gaat niet over bijzonder ruw terrein. Wel wil je op voorhand weten waar je aan toe bent. Het is en blijft nog steeds een stevige inspanning, dus wil je op voorhand regelmatig wandelen om in het ritme te komen en te kijken wat je aan kan.

Tenslotte moet je je afvragen waarom je dit wil doen. Onderweg bestaat het leven uit urenlang wandelen, rusten, eten en slapen. Je moet er bewust voor kiezen om uit je comfortzone te stappen. Slecht weer, blaren, spierpijn, een volle herberg,… Heel wat pelgrims komen zichzelf tegen onderweg.

Dat klinkt als een stevige uitdaging.

En dat is het ook. Er wordt gezegd dat ieder zijn eigen Camino wandelt. De afstand doet er niet zoveel toe. Het gaat er uiteindelijk om wat je voor jezelf uit de ervaring wil mee nemen.

« Vorige blogposts Pagina 1 van 244 pagina's Volgende blogposts »